Ziehier een kort relaas over het familie weekend van 16 tot 18 september.
Het was alsof we terug op schoolreis gingen, reeds zenuwachtig vanaf ’s morgens en we mochten pas ‘s avonds vertrekken.
Om 18:00 uur is het zover, we (Elly, Sander en Staf), zijn weg. Op de heenreis moeten we zelfs de verwarming in de wagen aanzetten. Het is koud, dat belooft want voor de durvers er staat ijsberen op het programma. En daar wil ik bij horen, koud of niet!
We hebben het vakantiecentrum ‘Jean-Pierre’ snel gevonden. Maar de ingang, dat is een ander paar mouwen. Uiteindelijk worden we binnen gestuurd in een herenhuis, hier zullen we dus het weekend doorbrengen.
Als doorwinterde leidster worden we door Brigitte naar de juiste kamer geleid waar we ons konden instaleren. Het leek wel of we terug op zeeklasse waren, stapelbedden! Lang geleden dat we daar nog in geslapen hadden.
De gegadigden konden zich nog te goed doen aan een lekkere koude schotel. En dat er veel zonder eten vertrokken waren was wel te zien aan de schotels die in een mum van tijd bijna leeg waren. Er moest nog wat over blijven voor de laatkomers!
Alléé nu gaan we kennis maken met de anderen, sommigen onder hen ken ik natuurlijk al. Al snel horen we het gesis van de eerste biertjes die worden geopend. Vol vertrouwen wordt er gezegd dat er meer dan genoeg is, dus op eentje meer of minder wordt niet gekeken. Echter, volgens sommige is het bier te warm, en dus wordt de diepvries vol geladen.
Tussen pot en pint (alléé plastike pinten) worden herinneringen opgehaald. Zo verteld Bert dat ze, nog voor ze getrouwd waren, een dagsken aan zee wilden doorbrengen. Maar wat zagen ze eenmaal daar aangekomen? Een plakaat ‘ZEE WEG’. Geeft niet, zei Bert, dan maken we toch een wandeling in de duinen. Maar wat kwamen ze daar tegen? Een bord, ‘DUIN WEG’. Ik rijd dan maar terug naar huis, dacht Bert. Wat bleek echter richting auto stond eer een bordje ‘AUTO WEG’. Watte. zegt Bert. ik geef me niet zo rap gewonnen, we nemen de trein wel want ‘met de trein zou je der al zijn’. Maar mannekes toch wa kwam hij daar tegen? Een plakaat ‘SPOOR WEG’. En daarom was hij nu terug gekomen, om de zee dan toch een keer te zien. Voor we het wisten was de tijd op en het bier ook. De mannen hadden 3 kratten op, de vrouwen 3 liter wijn. Alleen de kindjes waren zuinig geweest, zij hadden nog liters frisdrank over....
Sensei Andy zou de volgende morgen de durvers wakker maken om te ijsberen. Wat een luxe, een sprekende wekker!
Een beetje over tijd vertrokken we dan toch nog richting zee. De meeste onder de deelnemers hadden de kat de bel aangebonden kwestie om de kater niet te snel kwijt te zijn.
Met een stevige bries in het gezicht gingen de mannen en de vrouw, ja ja er was er een bij, en de kinderen richting zee. Onder het goedkeurend oog van toevallige wandelaars (het was nog maar 7:30 uur) ging Nancy, in bikini, met de handdoek om de nek stevig voorop. Gelukkig hadden we een ervaren rot onder ons die de nodige richtlijnen gaf, anders hadden we wel wat meegemaakt geloof ik. Maar al bij al ging iedereen, die er bij was, voor een vijf tal minuutjes te water (18°C). De stevige bries en het frisse water zorgde wel voor enkele gedaanteveranderingen. De mannen werden plaatselijk veel kleiner, de vrouw daarentegen, .... iedereen weet wel wat ik bedoel. Nu nog snel een koude douche in het vakantiecentrum, en dan naar het ontbijt. Dat smaakt na zo’n beren gedoe!
Nu is het tijd voor de uitvinding van Brigitte, de ‘STANDSPEELTJES’. Er waren er dikke en dunne lange en korte alléé voor ieder was er wel iets bij. Proficiat Brigitte, waar het hart van vol is loopt de mond van over. Omdat er nogal een flinke bries stond werd er beslist om terug te keren naar ons hotel. Daar zaten we, op het binnenplein, een beetje beschermd tegen de wind. Het was hier dat er sommige onder ons kennis maakte met ‘pétanque’ en dan ook direkt verkocht waren aan dat ballenspel.
Het was al rap tijd voor de lunch: soep, puree, rosbief, en worteltjes. De tafels werden door ons afgeruimd en vervolgens konden we ons gaan opladen voor de laddercompetitie.
Louis had weer zijn best gedaan en een geweldige spelnamiddag in elkaar gestoken, de ganse groep was kris-kras onder elkaar verdeeld (de moment om mekaar nog wat beter te leren kennen) en iedere groep kreeg een naam. Alleen de onze ken ik nog, omdat wij de beste waren. Wij waren de samoerai’s.
De strijd ging er soms zo heftig aan toe dat de verliezers gingen saboteren, en hoe ouder hoe groter de sabotage, foei Bert.
We konden ‘flessen vullen’, ‘basketbal’, ‘hindernissenloop’, ‘laken volleybal’, ‘pétanque’ en ‘ping-pong’. Ach ja schuppe-zotten was ik bijna vergeten, maar de beste zoals wij hadden dat niet nodig.
Nadien werd er nog gezwommen of pétanque gespeeld op het strand. Later verhuisde de pétanque, tot aan het diner, naar de binnenkoer. Spaghetti! man, man, man, wat was dat lekker, ik had een buik alsof ik elke minuut moest bevallen.
Daarna moest ik met de bevallige vrouwen meegaan naar het bos. zeiden ze. Ik dacht dadelijk aan een triootje! En wat denk je dat we gingen doen? Witte abeel plukken, voor het bloemschikken...
Dan was het wachten op het donker, voor onze straffe verhalen wandeling. Het was reeds na negen uur en de kleintjes werden raadzaam gespaard. Want zelfs de groten raakten zodanig de kluts kwijt dat ze de gekste dingen gingen doen van de schrik. Ze schreeuwden (krijsten) bijna heel Oostende bijeen. De ergste onder hen moesten op het einde zelfs toegeven dat ze in hun broek hadden gepist. Maar zeg nu zelf, ge zou voor minder als Sensei Andy plots uit het donker verschijnt.
De meest dorstige onder ons (de Cis) had zich lelijk vergist tijdens het aanvullen van de bar. De drank was veel te vroeg op en dus wist hij ons te overhalen om ne goeie Duvel te gaan drinken. We arriveerden in een plaatselijke slachterij, bleek later, want op de cafétafel lagen wel twintig kornintjes. Zo dood als ne pier. Ze waren wel vergeten het pelske van de voeten te doen zodat het leek of ze sneeuwbottekes aanhadden. Niet iedereen kon zich hierin vinden, en die sloegen dan maar in den drank. Het moest liefmans kriek zijn, ik denk dat het lekker zou zijn bij zo’n gebakken kornintje.
Kortom, de café bezoekers hadden daarna, naar het schijnt, geen oog meer voor hun kamergenoten. Maar ze waren wel paraat voor het ijsberen op zondagochtend!
Klokslag 7:30 werd wederom vertrokken naar zee, nu met een 10-tal deelnemers. De zee was veel kalmer en daardoor moesten we verder in het water gaan om te kunnen zwemmen. Maar ik zag duidelijk dat Linda zich kostelijk amuseerde in het ijskoude water, weer een ervaring rijker zei ze.
Na het ontruimen van de kamers werd er nog gewacht op een jeugdige deelnemer. Die liet echter enkel haar hoofd door het raam liet zien en riep, ik koooooooooooom, wat ze daar ook mee mag bedoeld hebben. Toen gingen we go-carten, aan halve prijs nog wel. Wat een geluk dat we bij ‘Jean-Pierre’ logeerde.
Tijdens dit go-carten ontpopte Hans zich tot een paus Pius den vierde, richtte zich op boven de menigte in zijn pausmobiel en sprak hen toe. ‘Bedaaaaankt voor die moooooooooooie blooooeeeeeemen’. Naar mijn menig sloegen de gelovigen in de menigte vlug een kruiske en dachten ze dat al hun zonden vergeven waren.
[image:780 class=alignleft processor=artikel]Nog even tijd voor een koffie op een terras, en dan snel naar ons hotel voor de laatste lunch: Soep, fritten met kip, sla en tomaten en als dessert een ijsje. Een zalige afsluiter.
Sensei Andy bedankte Jean-Pierre en zijn vrouw nog voor het toch wel geslaagde weekend, en liet er een klein geschenkje achter.
Nadien reed ieder van ons aan zijn eigen tempo huiswaarts.
Vergeet niet, volgend jaar het laatste weekeinde van augustus hopen we dat iedereen terug van de partij zal zijn.
Staf